Harige Ratelaar

De Harige ratelaar is een halfparasitaire inheemse bloem die groeit tussen grassen en deze op natuurlijke wijze in toom houdt. Daardoor ontstaat er ruimte voor meer bloemrijkdom in graslanden en borders. De plant heeft opvallende gele bloemetjes met behaarde kelken – vandaar de naam. Tijdens de zomermaanden kun je het karakteristieke “ratelend” geluid van de rijpe zaden horen in de wind. Een onmisbare soort voor een natuurlijke, biodiverse tuin of bloemenweide.

Inhoud: 0,5 gram

Zaaien:
Zaai in het najaar (september–december) direct op de plek van bestemming. De zaden hebben een koudeperiode nodig om te kiemen. Zaai op een schrale, kort gemaaide grasmat of open grond en druk de zaden licht aan zonder ze te bedekken. De Harige ratelaar groeit het best in combinatie met grassen en andere wilde bloemen op matig droge, voedselarme grond.

Bloei: mei–juli
Hoogte: ca. 20–50 cm
Bijzonder: bevordert bloemrijk grasland, halfparasiet op grassen, inheems

🔍 Verschil tussen de ratelaars:

• Harige ratelaar (R. alectorolophus) – iets groter, met duidelijk behaarde kelken en vaak wat forser blad. Komt van nature minder vaak voor, maar is uitstekend geschikt voor inzaaiing in bloemrijke graslanden.

• Grote ratelaar (R. angustifolius) – heeft langere bloemtrossen en grotere bloemen, maar een gladdere kelk dan de harige. Komt meer voor in vochtige hooilanden.

• Kleine ratelaar (R. minor) – de meest algemene soort, kleiner van stuk (10–30 cm) met dunnere stelen en kortere bloemtrossen; goed geschikt voor drogere, voedselarme grond.